De oersterke plattelandsbijen van imker Van der Kleut


Pete van der Kleut is bijenhouder en een van de langst gevestigde inwoners nabij Geelbroek. In 1968 kocht hij met zijn toenmalige echtgenote een boerderij bij Assen. Van der Kleut mag dan 86 zijn, actief is hij nog altijd. Hij vertelt met passie over zijn bijenhouderij en de natuur in de omgeving. “Ik ben verknocht aan dit gebied.”

Altijd een plattelander

Van der Kleut bracht zijn kindertijd door op het platteland, maar verhuisde later naar Hilversum. Daar werkte hij onder meer voor de Nederlandse Televisie Stichting (NTS): de eerste Nederlandse televisieomroep. Toch knaagde er iets. “Ik wilde terug naar de natuur. In mijn hart ben ik altijd een plattelander gebleven.” Op een dag zag hij een advertentie voor een lege boerderij in de krant staan. “Ik heb de boerderij destijds gekocht voor 15.000 gulden en weer in bewoonbare staat gebracht.”

Bijen verhuizen mee

In Hilversum woonde hij met zijn toenmalige echtgenote. “Ze kwam uit West-Vlaanderen, waar ook mooie natuurgebieden zijn. Ze was bovendien dol op bijen. Op een gegeven moment had ze twee bijenkasten overgenomen van een vriendin in Hilversum. Die namen we vervolgens mee naar Assen en omgeving. De bijen die ik nu houd, stammen nog altijd af van die ene populatie. Het zijn echte plattelandsbijen – oersterk, omdat ze in de loop der tijd van alles hebben doorstaan.”

Project Bijengeluk

Toen zijn vrouw in de jaren ’70 overleed, besloot Van der Kleut in overleg met zijn kinderen de bijenhouderij voort te zetten. De populatie is gegroeid: er staan inmiddels vijf kasten. “Mijn huidige vrouw en ik noemen ons project Bijengeluk. We doen dit omdat we het leuk vinden. De honing die we oogsten geven we weg aan vrienden en kennissen. Vorig jaar maakten we zes potjes honing, dit jaar zijn het er maar liefst vijftig. Het was een onwaarschijnlijk goed bijenjaar. ”

Volkstuintjes en balsemien

Het mag dan goed gaan met de bijenhouderij, van de 360 soorten bijen in Nederland dreigt meer dan de helft te verdwijnen. Van der Kleut denkt dat het probleem hem zit in het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en een tekort aan bloemen en planten in stedelijke gebieden. “Meer volkstuinen en bloemdragende planten in parken en bij mensen thuis zouden kunnen helpen. Zo groeit op ons land balsemien, daar houden bijen en hommels van. De hommels zijn niet te tellen, er vliegen hier vier of vijf verschillende soorten rond.”

Start werkzaamheden Prolander

Naar verwachting begint Prolander in november met de herinrichting van Geelbroek. Van der Kleut kent het verhaal vanaf het begin. Hij verwacht dat bijen en hommels baat zullen hebben bij de maatregelen. “Projectleider Arjan van Lubek van Prolander was er tien jaar geleden al mee bezig. Voor ons land en de bijenhouderij hebben de geplande werkzaamheden geen gevolgen. Onze grond was namelijk nooit onderdeel van de natuurplannen omdat die buiten het Natuur Netwerk Nederland valt. De percelen naast ons eigendom vallen daar wel onder en zijn in de loop der tijd aangekocht voor natuurontwikkeling. Ik vind het wel jammer dat daar zoveel eentonige vegetatie groeit zoals biezen.* Liever had ik gezien dat het groen land zou zijn, zoals hiertegenover. Daar lopen acht paarden rond, dat vind ik fantastisch. Het geeft het gebied een stukje levendigheid.”

*Reactie Wolter Winter van Staatsbosbeheer:  
“In de winter beginnen de werkzaamheden bij Geelbroek. Het gebied wordt dan natter en dat biedt mogelijkheden voor planten en dieren om zich te vestigen. Denk bijvoorbeeld aan wilgenstruiken, waar bijen van profiteren. Ook gaan we toe van beheer door maaien en begrazing naar integrale begrazing. Dit betekent dat we minder dieren laten grazen op een grotere oppervlakte en ongewenst gewas extra maaien en afvoeren.”