Natuurbeheer in Elperstroom: "Ik hoop dat natuur en landschap samenkomen”


Waarom worden er maatregelen uitgevoerd in Elperstroom en wat leveren de werkzaamheden op? Karel Bos van Staatsbosbeheer is actief in het gebied Hart van Drenthe, met daarin het Elperstroomgebied. Hij legt uit waarom ingrepen in het gebied nodig zijn, maar ook waarom soms juist niets wordt gedaan: “We willen de natuur zoveel mogelijk haar gang laten gaan.”

Wie zich verdiept in de landschapsecologische analyse (LESA) van Elperstroom (pdf, 6.2 MB), komt erachter dat het gebied nogal is veranderd in de afgelopen eeuw. Veel unieke habitattypen (verschillende soorten, vaak zeldzame, natuur) verdwenen vrijwel volledig uit het gebied. Dat komt onder andere door aanpassingen in de waterstanden, als gevolg van het landbouwkundig gebruik, het creëren van een infrastructuur en wonen in het gebied. Dat gebeurt onder andere door water snel af te laten voeren. Daardoor is de waterstand sterk verlaagd.

“De LESA is opgesteld om hier meer inzicht in te krijgen en onderscheid te kunnen maken tussen feiten en fabels die rondgingen over het gebied. We wilden weten hoe het écht zat met de Elperstroom en welke ingrepen er nodig zijn om het gebied te herstellen. Natuurlijk ontwikkelt wetenschap zich ook altijd, maar deze onderzoeken komen het beste in de richting van de waarheid”, bevestigt Karel.

Habitattypen herstellen

“Er zijn verschillende belangrijke habitattypen die vanuit de Natura-2000 doelen in stand moeten worden gehouden of weer moeten worden ontwikkeld”, vervolgt hij. “Het halen van die doelen is de opdracht van de provincie. Organisaties als Staatsbosbeheer en Prolander helpen daarbij.” Voor de Elperstroom gaan deze doelen onder andere over het herstel van blauwgrasland, maar ook heischrale graslanden en kalkmoerassen. Een herstelmaatregel daarbij is bijvoorbeeld het veiligstellen van schoon water dat komt uit het brongebied van Elperstroom. “Dat doen we samen met verschillende organisaties en in samenspraak met de landbouw”, voegt Karel toe.

Maatregelen in Elperstroom

De afgelopen jaren zijn er veel maatregelen uitgevoerd rondom de Elperstroom. Karel maakt onderscheid tussen twee type maatregelen: “Er zijn eenmalige maatregelen en repeterende maatregelen. Beheermaatregelen, zoals maaien, voeren we steeds opnieuw uit, maar het dempen van sloten doe je niet elk jaar. Dat is een eenmalige maatregel die nodig is om het systeem goed te laten werken.”

“Eenmalige maatregelen zijn inrichtingsmaatregelen, daarmee leggen wij de basis om te zorgen dat het systeem van Elperstroom weer gaat werken. Je kunt de natuur niet volledig herstellen, want daarvoor zijn er teveel onomkeerbare ingrepen geweest in het gebied, zoals het graven van kanalen. Maar we kunnen het systeem wel beter op orde brengen. Met name hydrologisch herstel is erg belangrijk. Wanneer de waterhuishouding op orde is, volgt ook herstel van de habitattypen. En ik hoop dat we het natuurlijke verloop van de beek terugkrijgen. Deze verbeteringen dragen bij aan de nodige biodiversiteit en een natuurlijker landschap.”

Wel of niet ingrijpen in de natuur?

“We brengen het liefst natuurlijke processen weer op orde, voor zover dat kan. Daarmee bedoelen we dat wij als mens minder gaan ingrijpen en dat de natuur weer meer regie krijgt. Dat geldt niet alleen voor de Elperstroom, maar voor het hele omliggende gebied waar de beek Elperstroom onderdeel van is”, legt Karel uit. “Soms sta ik met verbazing te kijken hoe sterk de natuur blijkt en wat er gebeurt met een gebied waarin we, op een gecontroleerde manier, het beheer meer loslaten. Eigenlijk kan de natuur ook het beste bepalen waar de sterkste plekken zijn voor bepaalde vegetatie, een soort natuurlijke selectie.”

Waarom zou je dan toch veel beheren? “We hebben verschillende stukken natuur die nog niet krachtig genoeg zijn om los te laten. Door menselijke ingrepen en veranderingen rondom die stukken, ligt die natuur nu nog aan een soort infuus. Er is een periode van transitie nodig. Die natuur moeten we eerst herstellen, bijvoorbeeld door het verwijderen van dominante, maar niet passende, habitattypen. Anders gaan oorspronkelijke soorten het onderspit delven. Wanneer het is hersteld, kan de natuur op een gezonde manier weer haar gang kan gaan.”

Toekomstvisie

“Ik hoop dat de werelden van natuur en landschap op een goede manier samenkomt en dat landbouw en natuur vervolgens beter op elkaar zijn afgestemd. Ik hoop dat we de natuur de ruimte geven om te veranderen. Eigenlijk beleef je de natuur dan juist écht.”